De volgende bladzijden tonen een paar typische wapens en wapenrustingen voor de periode rond de Guldensporenslag. Het is niet de bedoeling van een volledig overzicht te geven van alle mogelijke gebruikte wapens en pantseringen. Wel van enkele voorbeelden te geven die kenmerkend zijn, en daardoor interessant genoeg om van wat naderbij te bestuderen.
In musea en privaatcollecties zijn bitter weinig wapens en pantseringen bewaard uit de periode van voor 1350. Enkel een paar zwaarden, helmen, maliënkolders, speerpunten en nog wat zijn in originele staat tot in onze tijd bewaard. De belangrijkste bron van informatie zijn rekeningen van wapenleveringen uit die tijd, beschrijvingen van veldslagen en reisverslagen, miniaturen, beeldhouwwerken en andere kunstwerken. Ook archeologische opgravingen kunnen zeer nuttige informatie leveren voor de reconstructie van een bepaald wapen of uitrustingsstuk.
In onze hobby proberen wij zo authentiek mogelijk het jaar 1302 weer te reconstrueren. Dit betekent dat bij het reconstrueren van wapens wij ook proberen de originele materialen en technieken toe te passen. Materialen als hout, smeedijzer, hoorn en vlastouw zijn onvervangbaar en gelukkig nog wel zonder veel moeite te verkrijgen. Kunststoffen zijn uiteraard uit den boze.
Technieken ligt wat moeilijker. Een zwaard zelf smeden ligt niet voor de hand, maar er bestaan wel nog steeds wapensmeden die een oplossing kunnen bieden. De meeste andere bewerkingen doen wij zo veel mogelijk zelf. Een goedendag maken bijvoorbeeld vraagt alleen een smid voor de pin. De rest kan zonder probleem zelf afgewerkt worden. En dat was trouwens een van de redenen van het grote succes van het wapen: zeer eenvoudig en goedkoop te maken. Het hoeven echt niet altijd de duurste en meest uitgewerkte, vergezochte dingen te zijn die een wapen succesvol maken.