Lonis van Poelvoorde

Lonis

Lonis van Poelvoorde wordt geboren in de lente van 1273 als tweede zoon van Hendrik en Marie. Hendrik heeft een groot weefatelier in Brugge en is penningmeester van de wevers. Hij beheert de kas waarmee de behoeftige, zieke of bejaarde wevers worden gesteund. Lonis zijn oudere broer Johannes is ook een bedreven wever en zou het atelier over nemen.

De Jonge Lonis wordt al vroeg leerjongen en later gezel in het weefatelier van zijn vader. Na meer dan tien jaar in de leer te zijn geweest en na het voorleggen van zijn meesterwerk mag ook Lonis zich meester-wever noemen. Lonis wordt na een bekwaamheidsproef door de deken van de weversambachtslieden aangesteld als lakenkeurder in het poortershuis.

Samen met twee andere keurmeesters moet hij waken over de kwaliteit van het verkochte laken en bepalen zij de prijzen. Alleen het laken met de keurzegels van de keurmeesters mag verkocht worden en dit tegen de vooropgestelde prijs. Dit ambt geeft hem daarbij het recht de ambachtslieden in hun atelier te controleren tijdens het productieproces. Ook het controleren van de lonen en arbeidsvoorwaarden behoort het ambt toe.

Op de lakenmarkt te Brugge leert hij zijn vrouw Elsbeth kennen. Zij is de dochter van een handelaar uit Roeselare en zij trouwen in het najaar van 1299. Samen gaan ze wonen in de buurt van het Sint Gillisgebedshuis te Brugge.

De lakenhandel ondervindt sinds het jaar 1300 veel hinder van de Franse bezetting. Ook Lonis wordt gehinderd in het uitvoeren van zijn ambt. Ondertussen wordt Pieter de Coninck de leider van het Brugse verzet tegen de Franse overheersing. Het stadsbestuur ziet in hem een gevaarlijke oproerkraaier en laat hem in juni 1301 gevangen zetten. Samen met andere burgers en ambachtslieden slaagt Lonis erin om Pieter de Coninck te bevrijden en nemen zij de controle over de stad over. Lonis wordt de rechterhand van Pieter en steunt hem volledig.

Landvoogd Jacques de Châtillon wil de oproer neerslaan door een legermacht naar Brugge te sturen. De kleinere stadsmilitie is niet opgewassen tegen de Fransen en de opstandelingen worden in ballingschap gestuurd. Lonis kan echter samen met Pieter de Coninck in december 1301 terug naar Brugge komen en de opstandelingen nemen de controle over de stad weer over.

In het voorjaar van 1302 komt Willem van Gulik die aangesteld werd tot landsheer (ruwaard) van Vlaanderen met zijn gevolg aan in Brugge. Onder hen Joris van Zerkingen. Joris verblijft in het huis van lakenhandelaar heer Ywein vanden Hoorne. Tijdens de verbroedering die daarop volgt ontmoeten Lonis en Joris elkaar. Joris is dolverliefd op de dochter van heer Ywein vanden Hoorne en Lonis helpt Joris aan de nodige wijn om zich moed in te drinken.

Doch kort daarop moet Lonis weer de stad uitvluchten, samen met Joris en Robrecht. Ze trekken met de andere bannelingen naar Damme. In de nacht van 17 op 18 mei 1302 keren zij terug naar Brugge om er samen met ongeveer duizend andere Brugse vluchtelingen de Fransen de stad uit te jagen.

Lonis van Poelvoorde

In de voormiddag van 11 juli 1302 wordt Lonis van Poelvoorde samen met Pieter de Coninck en Joris van Zerkingen tot ridder geslagen en strijdt hij samen met de Brugse militie op de Groeningekouter. Lonis overleeft de slag nagenoeg ongehavend. Tijdens de feestelijkheden na de slag trouwt Joris van Zerkingen met de dochter van lakenhandelaar heer Ywein vanden Hoorne. Lonis keert terug naar Brugge waar hij als keurmeester aan de slag blijft. Lonis en Elsbeth krijgen twee kinderen, Flore en Dries.

einde

Lonis van Poelvoorde heet in het werkelijke leven Eddy Heyrick en is psychiatrisch verpleegkundige.