De strijd had ongeveer drie uur geduurd. Het slagveld lag bezaaid met lijken van mensen en paarden. De Florentijn Villani schreef later in een kroniek dat "het een bijna onmogelijke gebeurtenis was". Het prachtigste leger van Europa was verslagen en de tol was zeer zwaar aan Franse kant. Opperbevelhebber Robert van Artois, beide maarschalken Simon de Melun en Raoul de Nesle, samen met zijn broer de connétable Gui de Nesle, de kanselier van Frankrijk Pierre Flote, Jacques de Châtillon, Godevaart van Brabant (oom van hertog Jan II), de graaf van Aumale, de graaf van Eu, de oudste zoon van de graaf van Holland en Henegouwen Jan zonder Genade,... allen gesneuveld.
De Franse adel verloor een zestigtal baronnen en heren, honderden ridders en meer dan duizend edelknapen. Van het Franse voetvolk zou een derde van de 6.000 man de achtervolging niet overleefd hebben. De geschatte verliezen aan Vlaamse kant bedroegen waarschijnlijk slechts een vijhonderdtal gesneuvelden...
De Vlamingen hielden 's nachts wacht op het slagveld. Een slag was immers pas gewonnen als het victorieuze leger haar stelling tot de volgende dag kon houden. De volgende dag werd de buit verzameld, waarbij de Franse tros bijna volledig in Vlaamse handen kwam. Op het slagveld werden bij de dure wapenrustingen van de verslagen ridders een vijfhonderdtal paar gulden sporen geraapt. Dit gaf veel later aan de slag haar moderne naam. Slechts ridders mochten vergulde sporen dragen, edelknapen droegen onvergulde sporen.
Reeds zeven dagen na de overwinning werd paus Bonifacius VIII te Rome midden in de nacht gewekt om hem het nieuws mee te delen. Voor de eerste maal in de geschreven geschiedenis versloeg een leger van voetvolk een leger van ridders. Dank zij dit feit en de politieke voorgeschiedenis is de Guldensporenslag een der roemrijkste wapenfeiten uit de middeleeuwse geschiedenis.
De Franse opmars werd gestopt. De overwinning zorgde voor een euforie in Vlaanderen. Iedereen sloot zich aan bij de opstandelingen. Er werd gezegd dat een Vlaamse soldenier met een goedendag zonder probleem twee gepantserde ruiters te paard zou aankunnen. Heel het graafschap werd mettertijd bevrijd van de Franse bezetting. De mannen in Kortrijk vochten voor hun "Patria Flandrensis" en zorgden uiteindelijk dat niet enkel Vlaanderen maar heel de Nederlanden behoed werden van de roemloze ondergang.
Meer info over de wat er met buit gebeurde kan u o.a. terug vinden in :
A. VIAENE, Gulden Sporen te Kortrijk, in Biekorf, Brugge, 1952.
J.F. VERBRUGGEN, De Gulden Sporen te Kortrijk in 1382 en het bewaren van trofeeën in de kerken.,
in Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, XI, 's Gravenhage, 1956.
PH. DESPRIET, Kortrijk 1302 Gulden Sporen Ontstaan en Evolutie, Iconografie & Mythe, Kortrijk, 2002.